Zwolle
Het onderzoeksproject in Zwolle richt zich op de kenmerken van buurten en scholen en onderzoekt de impact van stedelijke affordances op verschillen in academische prestaties en de kwaliteit van het onderwijs. In de eerste fase van dit mixed-methods project is een studie uitgevoerd met behulp van gegevens van 42 scholen in 26 buurten in Zwolle.
In het kwantitatieve deel van het onderzoek zijn gegevens over buurten en scholen verzameld van de websites https://scholenopdekaart.nl/ en https://allecijfers.nl/, waarmee twee datasets zijn samengesteld. De afhankelijke variabelen van het onderzoek zijn de basisniveau- en streefniveau-slaagpercentages van de scholen. De stedelijke functies van de buurten zijn geanalyseerd aan de hand van 25 indicatoren, onderverdeeld in zes categorieën: economie, veiligheid, gezondheid, demografie, onderwijs en energieverbruik. De gegevens over scholen zijn gemeten op basis van de werkgelegenheidstypes van de leraren, het percentage zittenblijvers, de doorstroom van leerlingen naar verschillende typen voortgezet onderwijs, het aandeel parttime werkende leraren en het totale aantal leerlingen per school.
Grafieken interactief bekijken? Klik hier om de grafiek te zien.
De kwantitatieve studie toonde aan dat het verschil in basisniveau academische prestaties tussen scholen samenhangt met het percentage migranten in de buurt ten opzichte van de totale buurtbevolking en het percentage leerlingen dat de school doorstroomt naar Beroeps en kader onderwijs. Als het aandeel migranten in een buurt hoog is, vertonen de basisniveau academische prestaties van scholen een dalende tendens. Evenzo, als een school een hoog percentage leerlingen heeft dat doorstroomt naar Beroeps en kader onderwijs, zijn de basisniveau academische prestaties van die school geneigd lager te zijn. Echter, wanneer buurt- en schoolkenmerken gezamenlijk werden beoordeeld, ontdekten we dat het percentage leerlingen dat naar Beroeps en kader onderwijs gaat zijn statistische significantie verloor.
Voor de tweede grafiek, klik hier om de grafiek te bekijken.
We hebben vastgesteld dat de verschillen in streefniveau academische prestaties samenhangen met het aantal woningen, het aantal bedrijven en het percentage middelbaar opgeleide inwoners tussen de 15 en 65 jaar in de buurten. Wat de schoolkenmerken betreft, zijn deze verschillen opnieuw gerelateerd aan het percentage leerlingen dat doorstroomt naar Beroeps en kader onderwijs en het percentage zittenblijvers. Echter, wanneer buurt- en schoolkenmerken samen werden geanalyseerd, bleven alleen het aantal huishoudens en het aantal bedrijven als significante indicatoren over. Dit betekent dat in een buurt met meer huishoudens het aantal leerlingen dat het streefniveau behaalt, naar verwachting lager is, terwijl in een buurt met meer bedrijven het aantal leerlingen dat het streefniveau behaalt, naar verwachting hoger is.
Deze situatie bracht ons tot de volgende overwegingen: In Zwolle is het mogelijk dat sommige buurten drukker zijn dan andere, dat de woonkosten in deze buurten relatief lager zijn en dat leerlingen uit kansarme groepen zich in deze buurten hebben gevestigd. Dit vestigingspatroon leidt tot verschillen in het behalen van basisniveau academische prestaties tussen scholen, ook al is het effect niet bijzonder groot.
Het onderzoek toont ook aan dat er tussen sommige buurten een bevolkingsverschuiving plaatsvindt. Dit wordt in de literatuur beschreven als gentrificatie, een proces waarbij gezinnen met een lager inkomen genoodzaakt worden om naar betaalbaardere gebieden te verhuizen. Dit resulteert echter in een concentratie van armoede in bepaalde gebieden.
Wat gaan we nu doen?
We weten nu welke kenmerken de buurten en scholen hebben. In de volgende fase zullen we de scholen bezoeken en gesprekken voeren met schoolleiders, docenten en ouders van leerlingen. We willen horen hoe zij de relatie tussen de kenmerken van de buurten en het prestatieniveau van de leerlingen ervaren. Hoewel statistieken veel kunnen vertellen, kunnen ze soms misleidend zijn. Daarom willen we de relatie tussen de gegevens uit onze kwantitatieve analyses en academische prestaties met eigen ogen zien en begrijpen hoe deze relatie tot stand komt.
Daarnaast willen we observaties doen in de scholen, inclusief onderwijsinitiatieven bestuderen, goede voorbeelden verzamelen en de strategieën die scholen toepassen om gelijkheid te bevorderen ter plaatse onderzoeken. Het doel is om deze praktijken, strategieën en beleidsmaatregelen breder te verspreiden.
Orhun KAPTAN 